hero
DRPP
Small but without limits

Medische ongevallen

Inzake medische ongevallen is de wetgeving gewijzigd, eerder ter bescherming van de slachtoffers, en zonder dat dit anderzijds het uitoefenen van het beroep als geneesheer volledig onmogelijk maakt. Een slechte afloop gaat niet altijd gepaard met schuld.

David20II20Teniers20Bij20de20dorpsdokter_LmR4RoY_WoIhU4A.png
D.Teniers, Bij de dorpsdokter

1. Een ziekenhuis

kan aansprakelijkheid dragen bij gebrekkige organisatie ( vb. gebrek aan hygiëne, gebrek aan voldoende en bekwaam personeel, zorgvuldig bijhouden van patiëntendossier, ...).( vb. verantwoordelijkheid ziekenhuis omdat een arts-assistent een sonde verkeerd had gestoken bij jonge anorexiapatiënt,waardoor vocht in de longen en zij overleed ( https://www.vrt.be/nl/2016/12/14/uz_gent ). Of veranwoordelijkheid van ziekenhuis wegens afwezigheid van arts van wacht, omdat dit al vroeger was gebeurd (01). Of het probleem van de ziekenhuisinfectie (nosocomiale -), waarbij het HvC nog recentelijk (02) bevestigde dat de rechter en gronde zelf bepaalt of het hier gaat om resultaats- of middelenverbintenis ( in dit geval : inspanningsverbintenis), maar anderzijds er ook op wees dat moet nagegaan worden of voorafgaand de behandeling over dit risico voldoende geïnformeerd werd.

Een ziekenhuis kan verantwoordelijk gesteld worden voor het gebruik van gebrekkig materiaal ((vb. het geval van gebrekkige protese (03)).

In een geval waar het ziekenhuis weigerde deze gegevens te bezorgen aan de expert, oordeelde het Hof (vB) dat dit dan een uitzonderlijke omstandigheid wordt, waardoor de gewone bewijsregeling onredelijk wordt, en de bewijslast dan omgekeerd wordt (04). Voor een herhaaldelijk gebrek aan tijdige ingreep door niet vaststellen van rotatieafwijking van het been (na een verkeerde medische ingreep ), waardoor een zwaardere behandeling vereist was ( i.c. doorzagen van been ipv eenvoudige correctie ) werd de kliniek verantwoordelijk gesteld voor een geneesheer-werknemer (0.5)

Ook het ziekenhuispersoneel kan fouten begaan ( die dan te verhalen zijn tav de werkgever ) (vb. gebrek aan begeleiding van een patiënt die van een scannertafel valt ) ; vb. Rb.Hasselt, 1.10.2015 ).

Sinds 1.1.2020 verplicht de ziekenhuiswet de ziekenhuizen tot samenwerking. 25 Regionale zorgnetwerken ontstaan met eigen locoregionale zorgopdrachten ( algemene ( courante chirurgie en dagkliniek ) en gespecialiseerde, en voor de gespecialiseerde zullen afspraken moeten gemaakt worden. Deze moeten een eigen bestuursorgaan hebben met een beheerder op netwerkniveau, een netwerkhoofdarts en een medische netwerkraad.

De wet voorziet hiermee geen nieuwe verantwoordelijkheid, hoewel de wet voorziet dat voor de patiënt de " zorgcontinuïteit " van de patient gegarandeerd moet worden, en dit eerst de verantwoordelijkheid is van de netwerkbeheerder of het college van netwerkhoofdartsen. ( art. 22/1 Ziekenhuiswet ). (1)

2. De arts

begaat een fout bij gebrek aan zorgvuldig handelen, hetgeen slaat zowel op de diagnose, de behandeling als de nazorg. Het is nog steeds moeilijk om dit te bewijzen, maar er zijn toch precedenten. ((vb. plicht om geen compressen achter te laten in het lichaam van de patiënt, wordt aanzien  als een resultaatsverbintenis van de chirurg, maar ook het ziekenhuis begaat een inbreuk op het recht op kwaliteitsvolle zorg (2.1))

Ook hebben patiënten recht op informatie en dienen ze beschermd te worden tegen het achterhouden van gegevens.

Zeker wanneer nadien lichamelijke of morele schade wordt vastgesteld, kan dit verregaande gevolgen hebben. Een arts is immers verplicht zijn patiënt voldoende in te lichten over alle mogelijke gevolgen van een handeling die hij wilt stellen. De patiënt moet vervolgens met de handeling instemmen.

Het moeilijkste is als patiënt bewijzen dat men niet voldoende werd ingelicht. Traditioneel wordt de bewijslast bij de patiënt gelegd maar door een recent arrest (25 juni 2015) van het Hof van Cassatie, kan de redenering gemaakt worden dat de arts moet bewijzen dat hij voldoende informatie heeft gegeven ( zie artikel ).

Ook wanneer een arts een diagnose maakt dient hij de patient te informeren. Deze heeft recht op een tijdige diagnose ( cfr. het geval waarbij een arts veroordeeld werd omdat hij niet alle inspanningen gedaan had om de patiënt op de hoogte te brengen van een kwaadaardige melanoom. (2.2)-

De bestaande  wetgeving  vereist voor verantwoordelijkheid van de arts, bewijs van fout, en zeker oorzakelijk verband ( de sine qua non test ). Dit is vaak moeilijk. Een verlies van kans kan gemakkelijker aangetoond worden. Het hoeft zelfs niet meer uitdrukkelijk gevraagd worden, de rechter kan het ambtshalve doen gelden, zolang de rechten van verdediging niet miskend worden.(2.3) De omstandigheid dat bepaalde ingrepen niet in het patiëntendossier staat, is een weerlegbaar vermoeden dat die ingreep niet heeft plaats gehad. Volgens de rechtbank hoeft enkel genoteerd wat normaal moet worden vermeld (2.4)

De medische hulpmiddelen moeten absoluut veilig zijn  ( resultaatsverbintenis) en een te late consultatie na de eerste ingreep waar risico bestond voor infectie wordt als fout weerhouden. (2.5).

De lichtste fout volstaat, en er wordt vergeleken met wat een gemiddelde arts met dezelfde specialiteit zou doen, dus bvb. bij de tussenkomst van een urgentiearts. (2.6)

Het onzorgvuldig en laattijdig handelen van een anesthesist en een neuroloog bij het optreden van een epidural hematoom in de post-operatieve fase, leidt tot aansprakelijkheid  voor het concrete verlies aan genezingskansen (2.7)

De patiënt heeft ook plichten, en moet hij zijn arts informeren over al wat hij verondersteld is te weten als relevant ( vb. bloedplassen) , en de afwezigheid ervan kan ertoe leiden dat de veantwoordelijkheid van de arts dan niet zomaar in vraag kan worden gesteld (2.8)

De nieuwe wetgeving ( Burgerlijke wetgeving ) inzake bewijs voorziet in een meer genuanceerde vorm van verantwoordelijkheid (" Indien meerdere personen deelnemen aan dezelfde activiteit die de oorzaak is van de schade, zijn deze personen in solidum aansprakelijk, ook al staat niet vast wie de schade heeft veroorzaakt"; ook niet meer de sine qua non test, een zekerheid van 80% volstaat thans)

3. Abnormale ernstige schade wordt nu vergoed door tussenkomst van een fonds,

zowel in geval van aansprakelijkheid van de zorgverlener ( art. 4 wet med. ong. ), als bij medisch ongeval zonder aansprakelijkheid.

Bovendien moet er een actieve tussenkomst zijn geweest van de zorgverlener. Er is sprake van ernstige schade indien de patiënt is getroffen door een tijdelijke arbeidsongeschiktheid gedurende minstens 6 opeenvolgende maanden of 6 maanden niet opeenvolgend over een periode van 12 maanden.(3.1)

Het fonds kan tussenkomen bij betwisting van verantwoordelijkheid door de beroepsverzekering, of bij geen of onvoldoende verzekering.

Wanneer zonder aansprakelijkheid dient de schade "abnormaal" te zijn. Die is er wanneer de schade zich niet had mogen voordoen rekening houdend met de huidige stand van de wetenschap, de toestand van de patiënt en zijn objectief voorspelbare evolutie. Opgelet, dit wil niet zeggen dat elke schade ( vb. ingevolge infectie ) vergoed moet worden. Abnormale schade wordt door de wet van 31 maart 2010 gedefinieerd als schade die zich niet had mogen voordoen in de huidige stand van de wetenschap.

Was de schade dus vermijdbaar of niet, is eerder de vraag. Het schadeverloop moet redelijkerwijs onvoorzienbaar zijn.

Het Fonds zelf hanteert hiervoor als streng criterium dat zo'n schade zich in minder dan 0,1% van de gevallen voordoet. De Rechtbanken zijn minder streng en aanvaarden 1% soms 2%. Het volstaat niet dat de complicatie in de medische literatuur beschreven wordt en gekend is, dat er geen sprake is van abnormale schade (3.2)

Er is dus zeker geen automatische schadevergoeding, verre van. Verbeteringen in die zin door de wetgever worden gesuggereerd. (4.1) .

Rechtspraak ontwikkelt zich langzaam en vaak in gunstige zin. In bijna de helft van de gevallen heeft de rechtbank negatieve beslissingen van het Fonds reeds hervormd.(4.2)

Zo heeft het Hof van Beroep van Antwerpen op 21.2.2018 geoordeeld dat als die zware schade op voorhand niet totaal uitgesloten is ( maar wel een minimaal risico ), dat ook deze hiervoor in aanmerking komt. Het gebruik van medicatie die dergelijke zware gevolgen teweegbrengen zouden dus ook moeten vergoed worden door  Fonds. Ook zijn rechtbanken niet weigerachtig om een gerechtsdeskundige aan te stellen ook na een verslag van een expert aangesteld door het Fonds (4.3)

Het Hof van Cassatie dd. 7.10.2019 (5) oordeelde dat zelfs een tijdelijke gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kan al aanzien worden als " voldoende ernstige schade ".

4. Ook verpleegkundigen

dragen verantwoordelijkheid. Wanneer ze niet zelfstandige zijn, wordt dit dan opgevangen bij lichte fout door het ziekenhuis waar deze werkzaam is, of door de arts op wiens instructies deze gehandeld heeft. Als werknemer kan hij/zij maar persoonlijk verantwoordelijk gesteld worden bij opzettelijk, zware of herhaaldelijk voorkomende lichte fout.

Het juist bijhouden van het verpleegkundig dossier, het toezien op de patiënt, het zorgvuldig uitvoeren van de geneeskundige verstrekkingen zijn allemaal voorbeelden van mogelijke tekortkomingen. Het correct plaatsen en correct controleren van de plaatsing van maagsondes, is een basishandelin die elke normaal zorgvuldige verpleegkundige volgens de regels van de kunst moet knnen uitvoeren.(6)

( revisie tot 6.12.2022)

(01) Luik 8.6.2017, T.Gez.R. 2017-18,327

(02) Hvc 5.9.2019, T.Gez.R., 2020-21,pag.36 ;zie ook TBBR 2020/9, met noot , pag.520

(03) Rb.W-Vlaanderen, 30.11.2020, T.Gezondh. 2022/23, p. 66

(04) HvB A'pen, 22.11.2021, TGR 2021/22,p.416

(05) Rb.Leuven, 26.4.2022, T.Gez. 2024/1 p.82 ( en in casu weerhield de rb. de fout zelfs wanneer de expert het maar had over "wellicht"

(1) cfr.E.de Kezel, Aansprakelijkheid van ziekenhuizen en zorgverstrekkers, NjW nr 415, pag.50

(2.1) Brussel, Rb.1ste A, 22.2.2019, T.Gezondheidsrecht 2020-21, pag. 165.

(2.2) Br.10.9.2014, Tijdschr. Gezondheidsrecht 2019, pag 262

(2.3) HvC 5.9.2019, NjW 2020, afl. 415,78

(2.4) Br.21.9.2017, TGR 2021/22, p.134

(2.5) Gent, 30.9.2019, TGR 2021/22, p. 151

(2.6) Bxl, 21.12.2020, TGR 2021/22, p.232; Brssl.22.3.2019, TGR 2021/22, p. 240

(2.7) Hasselt, 23.4.2015, T.Medisch recht, 2022-23, maart/april , p. 299

(2.8) Rb.Oost-Vlaanderen ( Gent), 27.3.2023, TGR 2023-24/4, 337)

(3.1) art. , 2°WMO, zie ook W. Buelens, Het "beroep" tegen een advies van het FMO..., TGZ, 3-4 2022, p.350

(3.2) HvB Gent, 31.1.2019, TGR 2019/20, pag. 203

(4.1) W.Buelens, Het medisch ongeval zonder aansprakelijkheid, RW 2018-19, pag. 1059

(4.2) zie noot onder Br., 21.9.2017, TGR 2021/22, p.148

(4.3) Luik, 20.1.2021, TGR 2021/22, p.422; Rb. Brussel, 11.10.2011, T.Gez. 2024/1, p. 100

(5) Tijds.Gezondheidsrecht 2019/20,nr 4, pg. 270

(6) HvB Gent, 21.11.2017, T.Gezondheidsrecht 2022/23, p.227

Zie ook het artikel:

Patiëntenrechten en informed consent

Moet de patiënt ingelicht worden bij het begaan van een medische fout?