hero
DRPP
Small but without limits

Aankopen met verborgen gebreken

Jan%20Stobbaert%20(%201838-%201914%20)De%20Pasgeborene_SwHXEXu.png
Jan Stobbaert, De pasborene

1.Eerst en vooral is die behandeling verschillend wanneer het een koop betreft I) door een consument van een onderneming, II) tussen twee consumenten of tussen twee ondernemingen III) of een koop-verkoop op internationaal vlak.

Een verborgen gebrek is een gebrek dat zich dus voordoet na de levering en ontvangst van het goed. Deze moet evenwel al minstens in de kiem aanwezig zijn op het ogenblik van de verkoop (1.1)

Wanneer men iets ontvangt en er zichtbare gebreken zijn, dan moeten deze onmiddellijk bij de levering gemeld worden. Achteraf gelden in de regel enkel de verborgen gebreken.

Bij het gemeen recht geldt in het algemeen dat zo'n vordering dan binnen een korte termijn moet worden ingesteld ( art. 1648 oud BW). Er werd geoordeeld dat laten verstrijken van 6 maanden na laatste voorstel te laat is (1.2)

Anderzijds moet in de vordering niet uitdrukkelijk gekwalificeerd worden als een vordering tot vrijwaring gebaseerd op de artt. 1641 e.v. OBW (1.3)

2. Wanneer een consument van een onderneming (vb. een winkel, grootwarenhuizen, via webshop) iets koopt en binnen er binnen twee jaar zich gebreken voordoen, dan heeft hij recht op herstel of vervanging, niet op de ontbinding van de overeenkomst. Er is een vermoeden dat het verborgen was, van zodra dit zich binnen die periode voordoet, WAT OOK DE VERKOOPSVOORWAARDEN VERMELDEN. Vanaf 1.6.2022 geldt de garantie evenzeer voor leveringen aan een consument van consumptiegoederen met digitale inhoud of digitale dienst waarvoor een prijs wordt betaald hetzij de consument persoonsgegevens verstrekt of zich ertoe verbindt ( art.1701/2 BW)  (2.0.1)

Dit geldt ook voor gemengde overeenkomsten koop-aanneming .(2.1)

De wet ( art. 1649bis BW ) heeft het over "gebrek aan overeenstemming " ( vb. met het model dat getoond werd - een keuken ). Wanneer binnen de termijn gevorderd ( verjaringstermijn van 1 jaar ) heeft de consument eerst recht op herstel of vervanging, subsidiair prijsvermindering en ontbinding. Deze hiërarchie om op te lossen moet strikt gevolgd worden, dus ook de verkoper kan er zich op steunen ( recht op herstel of vervanging vooreerst ), zelfs toegepast op gekochte dieren (2.2)

Soms wordt in de overeenkomst voorzien, dat herstellingen enkel maar mogen plaats vinden bij de verkoper opdat een garantie zou gelden ( vb. verkoop 2de handswagen ). Dan nog blijft de wettelijke bescherming voorhanden (2.3) Een clausule waarbij tav een consument de termijn om de aannemer aan te spreken voor lichte verborgen gebreken beperkt wordt tot 1 jaar, is ongeoorloofd wegens strijdig met het consumentenrecht ( art.VI.83,30° WER juncto  art.VI.84,§ 1 WER) (2.4)

3. In een andere verhouding (zie II - tussen 2 consumenten of tussen 2 ondernemingen) kan dan de koper een prijsvermindering vragen of de teruggave van zijn geld, maar nog recentelijk wordt door het Hof van Cassatie bepaald dat deze geen recht heeft op herstelling of vervanging (een standpunt dat ouderwets genoemd wordt en alleszins afwijkend is in Europees verband en door vele bekritiseerd wordt).

Wanneer een consument van een andere consument koopt, dan kan hij dus bij vaststelling van het gebrek het niet laten herstellen door een derde en dan de rekening voorleggen.

Dit wordt in ons systeem - voorlopig - nog steeds afgewezen, behoudens alleszins OrB Charleroi (3)

4. Wanneer een koop van roerende goederen zich beweegt op internationaal vlak (zie III) (en dus het Weens verdrag van toepassing is) dan kan de koper ze alle drie vragen, met name hetzij het recht op ontbinding, de prijsvermindering alsook het recht op herstelling of vervanging en zelfs het recht om zelf te herstellen en dan de rekening voor te leggen.

5. Indien zou blijken dat diegene die verkocht, kennis had van het gebrek en het verzwegen had (en dus te kwader trouw was) dan heeft de koper zelfs recht op schadevergoeding (bv.: de gederfde winst, gebruiks- en genotsderving, morele schade en zelfs gevolgschade).

Dit is specifiek door onze rechtbanken ingevoerd, en dit wordt zelfs vermoed in de omstandigheid dat gekocht wordt van de fabrikant of de gespecialiseerde ( professionele verkoper volstaat dus niet, (4) verkoper, die immers verondersteld zijn van te kwader trouw te zijn.

Dit wil zeggen dat bij het vaststellen van het gebrek, de rechtbanken er dan automatisch van uitgaan dat zij er kennis van had en zodat deze dan alle aspecten van schade moeten vergoeden.

Vroeger werd dit door de rechtbank weerhouden tegenover beroepsverkopers en dat kon dus iedereen zijn (zoals een projectontwikkelaar, een bouwpromotor, een garagistverdeler of een tussenpersoon).

Door het Hof van Cassatie is gepreciseerd dat dit enkel maar gaat ten opzichte van een gespecialiseerde verkoper of op de fabrikant (5).

Een doorverkoper of een projectontwikkelaar zal dus niet zomaar automatisch aanzien worden als een gespecialiseerde verkoper.

Dus een specifieke kennisgraad wordt dan toch wel verondersteld. Dit geldt eveneens tav de fabrikant. Deze zijn verantwoordelijkheid, tenzij zij kunnen aantonen dat het gebrek onmogelijk kon worden opgespoord.(6)

6. Van belang is ook de aandacht op de algemene voorwaarden bij een koop-verkoopovereenkomst.

Al bij al is dit gedeelte nog een complexe regeling en er kan verwacht worden dat ook op dit vlak de wetgeving binnen de komende tijd toch zou kunnen aangepast en de toestand zou kunnen eenvormig gemaakt worden.

(1.1)HvB A'pen, 22.3.2021, TBO 2021, p. 194

(1.2) HvC 27.4.2020, RW 2020-21, nr 19,744

(1.3) HvC 18.1.02, RW 2023-24, nr 30, p. 1176

(2.0.1) zie ook R.Steennot, in DCCR nr 135-136,2022

(2.1) vb.Gent, afd.Ddmonde 6de kamer, 7.6.2018,  DCCR 2019, n°125, pag.1

(2.2) HvC 18.6.2020, NjW nr 431, pg. 831

(2.3) Ondern.rb. Gent, afd.Kortrijk, 24.10.2019, DCCR 2020, nr 127, pg. 129

(2.4) Rb.A'pen,25.5.2020, TBO 2021/1, p.67

(3) OrB Henegouwen ( Cherl.) 10.5.209, TBBR 2021/5,  p. 257 met noot

(4)  HvC 7.4.2017,TBO 2018 pag.412

(5) HvC 15.1.2021, TBO 2021/1,p.36

(6) HvC, 15.1.2021, TBBR, 2022/2, p.96