hero
DRPP
Small but without limits

Rechtbank van Eerste Aanleg

Zoals de meeste procedures start een procedure meestal met een dagvaarding met aanduiding van een inleidingszitting. In de regel wordt een zaak dan niet behandeld, behalve voor niet betwiste zaken, of aanstelling van een deskundige, en andere bewarende maatregelen. Er wordt toepassing gevraagd van art. 735 Ger.W.

In andere zaken worden conclusietermijnen bepaald. Normaal 1 conclusie en een syntheseconclusie. Deze zal bij de beoordeling in aanmerking komen. Gemiddeld verloop dan een tijd van ongeveer 1 jaar. Een brief van de Rechtbank zal deze kalender vrij vroeg aanduiden, en normaal ook de aanduiding van de zitting om de zaak te pleiten.

In die conclusie wordt de argumenten ontwikkeld. Diegene die vraagt moet bewijzen. Deze zijn van essentieel belang. Een dossier bevat dus ook een geheel van bewijsstukken die zorgvuldig moeten geïnventariseerd worden.

Voor een rechtbank van Eerste Aanleg moeten de partijen niet verschijnen. Na de behandeling wordt de zaak in beraad genomen. De wet voorziet dan een vonnis binnen de maand. In de praktijk kan dit wat langer duren. Diegene die de zaak wint, maakt dan de afrekening aan de andere partij. Ofwel berust deze of gaat hij/zij in hoger beroep. Als het te lang duurt,, wordt de expeditie besteld die de gerechtsdeurwaarder laat betekenen ( in de praktijk geeft hij een kopij hiervan; bij afwezigheid wordt een bericht achtergelaten. Gelieve deze onmiddellijk op te halen en uw advocaat te verwittigen. Vanaf die dag loopt immers de termijn van hoger beroep van 1 maand, een vervaltermijn....

Meer achtergrond-informatie voor professionelen:

a. Recht op staking : Recht op staking is niet absoluut (vb.kwaadwillig belemmeren van verkeer) (HvC 7.1.2020, https://juportal.be (17.1.2020). De rechtsgrond is eerder art.11 EVRM en niet zozeer art.6,lid 4 ESH.(  A.De Becker, De draagwijdte van de directe werking van art. 6,lid 4 van het Europees sociaal handvest in rechtsvergelijkend perspectief: is de hetze wel nodig?, TSR,2022/4, p.509 ).

b. De beslagrechter dient te onderzoeken of de schuldvordering niet is teniet gegaan, na het ontstaan van de titel, en dient tevens de becijfering te onderzoeken , desgevallend na interpretatie van de titel (HvC 5.12.2022, RW 2023-24, nr 1, p.31)