hero
DRPP
Small but without limits

Kortgeding

1.Het kortgeding is een procedure die tot doel heeft een dringende probleemsituatie tussen partijen zo spoedig mogelijk te regelen.

Eén van de voorwaarden voor het instellen van een kortgedingprocedure is dat deze zo dringend moet zijn dat wanneer er niet in een onmiddellijke regeling zou worden voorzien, de schade voor een van de partijen van grote omvang zou zijn of ernstige ongemakken teweeg zou brengen. Ook mag het niet leiden tot een uitspraak over de rechten van de partijen. De toestand moet dus vrij evident zijn.

Deze rechter zal echter nooit een eindvonnis kunnen uitspreken en het geschil definitief oplossen.

2. Het kan dus een bewarende maatregel zijn (een expert, een sekwester, een plaatsbeschrijving,…) of bedoeld zijn een flagrant onrechtmatige of onwettige toestand te verhelpen (een bouwverbod, een verkoopverbod – vb. van een zaak waarvan het eigendomsrecht wordt betwist).

3. De zaak zal hetzij op zelfde ogenblik of na het uitvoeren van de maatregel, nog steeds voor de rechter “ten gronde” moeten worden gebracht om de vraag tot verantwoordelijkheden en schadevergoedingen te behandelen.

Kortgedingprocedures worden steeds ingesteld bij de voorzitter van de rechtbank die voor het geschil bevoegd is (eerste aanleg, ondernemingsrechtbank, arbeidsrechtbank).

De termijn voor dagvaarding kan worden herleid tot 3 werkdagen.

4. Een kortgedingprocedure kan tevens gestart worden bij eenzijdig verzoekschrift. Dit is enkel in gevallen van volstrekte noodzakelijkheid, of wanneer de gevraagde maatregel uitzonderlijk dringend is, dat de andere partij niet kan verwittigd worden (en hij best niet op voorhand verwittigd wordt om nog effectief te zijn) . Bij deze handelswijze wordt de verwerende partij eerst dus niet opgeroepen, zodat dit echt wel de uitzondering is voor het opstarten van deze procedure.

Als die hoogdringendheid aanvaard wordt zal de voorzitter onmiddellijk een beslissing nemen op de inleidingszitting. Meestal zal hij dan opleggen dat de andere partij dan verder betrokken moet worden voor een tegensprekelijk debat mogelijk te maken.

De beschikking van de Voorzitter is steeds uitvoerbaar bij voorraad niettegenstaande verzet of hoger beroep. Bij uiterste noodzaak kan de beschikking zelfs op de minuut (d.w.z. op het eerste document van het vonnis), ten uitvoer worden gelegd. Normaal moet immers eerst een uitgifte (of “grosse” of “expeditie”) worden besteld.

5. Hoger beroep of verzet is steeds mogelijk tegen de beschikking en moet ingesteld worden binnen één maand vanaf de betekening van de beschikking wanneer de procedure gestart werd door middel van dagvaarding en één maand na de kennisgeving van de beschikking bij gerechtsbrief als de procedure gestart werd door middel van eenzijdig verzoekschrift.