hero
DRPP
Small but without limits

Verkeersmisdrijven met alcoholgebruik, snelheid en vluchtmisdrijf

Nicolas-Joseph Cugnot; 1770 eerste verkeersongeval met machine à vapeur tegen muur

1. Verkeersregels in ons land zijn alsmaar uitgebreider geregeld en worden regelmatig gewijzigd. Het probleem hierbij is dat dit voor de burger een verwarrend kluwen is aan regels waar men niet meer aan uit kan. Er zijn nu tevens een aparte regelingen enkel toepasselijk voor het Vlaams Gewest.

De bestraffing van deze inbreuken op deze verkeersregels worden ook regelmatig gewijzigd en worden steeds zwaarder. De wetgever heeft de overtredingen die u kunt begaan opgedeeld in 4 categorieën namelijk overtredingen van de 1e, 2e ,3e en 4e graad. Hoe hoger de graad van de overtreding, hoe zwaarder de overtreding en hoe zwaarder de straf.(te vinden in een afzonderlijk KB ).

Voor bepaalde zware verkeersmisdrijven heeft de wetgever bepaalde specifieke regels en bestraffingen voorzien o.m. voor vluchtmisdrijf, snelheidsovertredingen en alcoholintoxicatie, dronkenschap en drugs. Bij de onderzoeken moeten specifieke regels gevolgd worden, vb. wanneer een 2de ademanalyse een ander resultaat geeft, dient er een 3de plaats te vinden (1.1).

Ter verduidelijking wordt hierna vooreerst een toelichting gegeven over de werking en de meest belangrijke straffen, waarna dan per misdrijf zal nagegaan worden welke straffen hierop worden gesteld.

Een voertuig kan zelfs als wapen aanzien worden, vb. bij het bedreigend rijden van een bestuurder richting politie ( verbalisanten) die verzoekt tot stoppen ( gewapende weerspannigheid ). (1.2)

Toelichting van de straffen

2. Geldboete :

De wet legt per overtreding de minimale en maximale som van de geldboete op. Deze dienen nog verhoogd te worden met de opdeciemen. De rechter heeft een beoordelingsmarge tussen deze bedragen maar mag niet boven of onder deze bedragen gaan.

Art 69bis van de wegverkeerswet voorziet in een omzetting van de geldboete in een verval van het recht tot sturen wanneer de opgelegde geldboete niet wordt betaald binnen twee maand na het vonnis of het arrest. De duur van dit verval zal afhangen door het vonnis of arrest van de veroordeling, maar deze mag niet korter dan 8 dagen zijn en niet langer zijn dan 1 jaar.

3. Verval van het recht tot sturen :

De rechter kan in sommige gevallen het verval van het recht tot sturen uitspreken. Soms verplicht, soms facultatief.

In geval van alcoholintoxicatie tussen 0,5 en 0,8 g/l kan aan de rechter gevraagd worden om het rijverbod te bevelen van vrijdag 20 u tot zondag 20 u ( ensoortgelijk bij een feestdag )

Het verbod tot het recht van sturen houdt in dat u een rijverbod opgelegd krijgt voor een bepaalde periode die de rechter uitspreekt op basis van de minimum- en maximumperiode die de wet voorschrijft. De rechter kan of moet in bepaalde gevallen het verval afhankelijk stellen van het slagen van een of meer examens of onderzoeken.

Dit heeft als gevolg dat wanneer u uw rijbewijs terug wil krijgen, u niet alleen moet wachten tot de periode waarvoor het verval is uitgesproken verstrijkt, maar ook zal moeten slagen op de examens en onderzoeken die u door de rechter zijn opgelegd. Dus zolang u niet slaagt voor de examens of onderzoeken zal u uw rijbewijs niet terug verkrijgen en zal het verval van het recht tot besturen blijven bestaan ook al is de opgegeven periode al verstreken.

Verval wegens rijongeschiktheid ( art. 42 verkeerswet) kan ook uitgesproken worden. Dit is een zogenaamde beschermingsmaatregel en geen straf. Deze kan maar terugbekomen worden wanneer aangetoond wordt terug rijgeschikt te zijn. Een periode van 6 maanden moet afgewacht worden, en dan kan de vraag gesteld worden. Dit heeft tot gevolg dat waar in de regel een voorziening ( zoals hoger beroep ) de uitvoering van een veroordeling opschort, dit niet het geval is wanneer zo'n maatregel ( art. 43). Er moet dan minstens 6 maanden gewacht worden na de datum van de uitspraak, vooraleer een herziening kan gevraagd worden aan het openbaar ministerie. De zaak wordt in de praktijk dan voor de rechtbank nog opgeroepen.

4. De examens en onderzoeken die kunnen opgelegd worden zijn de volgende:

  • een theoretisch onderzoek;
  • een praktisch onderzoek;
  • een geneeskundig onderzoek;
  • een psychologisch onderzoek.

In bepaalde gevallen is de rechter verplicht een van deze of alle examens en onderzoeken op te leggen zoals:

-Wanneer het gaat om een bestuurder, die zijn rijbewijs B nog geen twee jaar in bezit heeft (zogenaamde jonge chauffeurs) en een overtreding begaat waarbij het verval tot sturen kan worden opgelegd, dan moet de rechter verplicht dit verval van recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor minstens het theoretische en praktische examen.

- in geval van herhaling binnen de 3 jaar ( besturen met hogere alcoholintoxicatie van 0,8 g /liter, dronkenschap, drugs )

5. Wat moet u doen wanneer u een rijverbod hebt opgelegd gekregen?

Wanneer u een rijverbod opgelegd heeft gekregen moet u binnen 4 dagen na de kennisgeving van de uitspraak van het openbaar ministerie, uw rijbewijs afgeven aan de griffie van het gerecht waar deze beslissing is uitgesproken. (Zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen zijn niet in de termijn inbegrepen)

U krijgt dan een schriftelijk akkoord ter ondertekening voorgelegd. In dit akkoord kunt u een lijst vinden van alle erkende instellingen en hun vestigingen waar u de opgelegde examens en onderzoeken kan afleggen( in de praktijk). U kan daar in dit akkoord aanduiden waar u de examens of onderzoeken wenst af te leggen. Opgelet, wanneer u geen keuze maakt of u geeft uw rijbewijs niet zelf af op de griffie, dan zal het openbaar ministerie u zelf meedelen waar u de examens en onderzoeken dient af te leggen. (wat in de praktijk meestal is?)

Daarna zal u een oproep tot verschijning ontvangen van de bevoegde instelling om uw examens en onderzoeken te gaan afleggen.

U zal uw rijbewijs terug kunnen afhalen wanneer de periode van het verval tot het recht van sturen is afgelopen. Wanneer er daarentegen examens of onderzoeken aan de terug verkrijging zijn gekoppeld zal u eerst op deze moeten slagen.

Vluchtmisdrijf

6. Vluchtmisdrijf wordt in ons land ook zeer streng beoordeeld.

Bij een vluchtmisdrijf vlucht de dader van en verkeersinbreuk, wetende dat hij een ongeval veroorzaakt heeft, weg. Er moet aangetoond worden dat hij dit wist. Aan de hand van getuigenissen of de zwaarte van de botsing wordt dit gemeten. Is het voertuig na de aanrijding geïmmobiliseerd, kan met geneigd zijn te denken dat niets verborgen wordt vermits het voertuig achter blijft. Sommige rechters vermoeden dat gebruik van alcohol hier achter steekt, en kunnen dan nog veroordelen. De Rechter zal dan soms een medisch onderzoek bevelen dat toelaat het gebruik van alcohol of psychotrope stoffen zelfs na manden te achterhalen.

Vluchtmisdrijf is een misdrijf waar zeer zware sancties worden aan gekoppeld door de wetgever. De straf die de wetgever zal opleggen bij vluchtmisdrijf zal afhangen van de gevolgen ervan. Voorwaarde is wel dat schade aan een derde wordt veroorzaakt. (2)

Wanneer u betrokken bent bij een ongeval en u pleegt hierbij vluchtmisdrijf dan koppelt de wetgever daar volgende straffen aan:

  • een gevangenisstraf van 15 dagen tot 6 maanden;
  • en/of met een geldboete van 1.600 euro tot 16.000 euro (inclusief verhoging opdeciemen).

Hij mag zelf de strafmaat bepalen maar dit binnen de wettelijke marges die de wetgever heeft opgelegd. Bij de eerste veroordeling wordt meestal een uitstel uitgesproken voor een deel van de straf.

Bijkomend kan verval tot het rijden worden uitgesproken. Dit is facultatief.

De wet bepaalt dat wanneer een verval tot het recht van sturen wordt uitgesproken, deze minimum 8 dagen en hoogstens 5 jaar mag gelden.

Wanneer het ongeval met vluchtmisdrijf slagen, verwondingen of de dood tot gevolg heeft gehad voor een derde persoon, er veel strengere straffen aan gekoppeld worden door de wetgever namelijk:

  • een gevangenisstraf van 15 dagen tot 2 jaar;
  • en/of een geldboete van 3.200 euro of 40.000 euro (inclusief opdeciemen);
  • en het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor ten minste 3 maand en ten hoogste 5 jaar. De rechter kan ook beslissen dat het rijverbod voorgoed geldt.

Hier kan de rechter zoals hierboven aangegeven ook zelf bepalen of de gevangenisstraf en de geldboete samen worden opgelegd of dat er enkel maar 1 van de twee straffen wordt uitgesproken.

Herhaling van vluchtmisdrijf

7. Wanneer u, nadat u al eens veroordeelt bent wegens vluchtmisdrijf, binnen de drie jaar na de eerste veroordeling nog eens wordt veroordeeld voor vluchtmisdrijf (met enkel materiële schade) dan zal de rechter u veroordelen tot een gevangenisstraf van 1 maand tot 2 jaar en/of met een geldboete van 3.200 euro tot 40.000 euro.(inclusief opdeciemen)

Wanneer u echter binnen de drie jaar nadat u al eens veroordeelt bent voor vluchtmisdrijf, nog een vluchtmisdrijf pleegt bij ongeval met slagen, verwondingen of dood tot gevolg voor anderen persoon, dan zal de straf zwaarder uitvallen namelijk : een gevangenisstraf van 1 maand tot 4 jaar en/of met een geldboete van 6.400 euro tot 80.000 euro( inclusief opdeciemen)

In geval van herhaling heeft de rechter de verplichting ook een verval van recht tot sturen op te leggen van ten minste drie maanden wat zal afhankelijk gemaakt worden van het slagen voor de vier examens en onderzoeken die hierboven bij de toelichting van straffen werd toegelicht.

Overtreden van maximumsnelheid

8. Een tweede zwaar misdrijf is het overtreden van de bepalingen van de maximale toegelaten snelheid.

Het KB van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer bepaalt dat de politie de mogelijkheid heeft voor de eerste 10 km per uur dat u te snel hebt gereden, een onmiddellijke inning te vragen van de som van 53 euro. Per gereden kilometer die u dan te veel rijdt, naargelang u rijdt in een bebouwde kom, zone 30 of schoolomgeving, zal de vaste som van 53 euro telkens met 11 euro vermeerderd worden. Wanneer de overtreding plaatsvond ergens anders dan in de boven opgesomde gevallen, dan zal de som van 53 euro vermeerderd worden met 6 euro per overschreden kilometer. Wanneer u voldoet aan deze onmiddellijke inning dan zal u niet meer gedagvaard worden, behoudens bij overschrijden van bepaalde grenzen ( zie hierna).

Wanneer u de toegelaten maximumsnelheid bepaalt in de reglementen overschrijdt en u wordt gedagvaard, dan zal de rechter u een geldboete opleggen van 80 euro tot 4000 euro opleggen (inclusief de opdeciemen).

De rechter zal voor de bepaling van de geldboete rekening houden met het aantal kilometer per uur dat u te snel heeft gereden.

9. Buiten deze boete riskeert u ook een verval tot het recht van sturen voor minimum 8 dagen en ten hoogste 5 jaar wanneer de maximum toegelaten snelheid overschreden wordt met meer dan 40 kilometer per uur, of wanneer u de toegelaten maximumsnelheid overschrijdt met 30 km per uur in een bebouwde kom, zone 30 of schoolomgeving. De rechter kan in dit geval er voor opteren het verval van het recht op sturen niet op te leggen maar hij zal dit dan moeten motiveren.

Dit verval tot het recht van sturen kan door de rechter echter facultatief worden opgelegd wanneer de toegelaten snelheid met meer dan 20 km per uur wordt overschreden maar minder dan 30 km per uur of wanneer u zich daarbuiten bevindt, met meer dan 30 km per uur maar minder dan 40 km per uur.

Onderstaand schema geeft hieromtrent verduidelijking:

10. Wanneer u een verkeersongeval veroorzaakt terwijl u de maximale snelheid hebt overschreden en uw brengt daarbij onopzettelijke slagen en verwondingen aan een andere persoon aan, dan zal de rechter verplicht een verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig uitspreken voor ten minste drie maanden en zal hij dit verval afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken zoals hierboven aangegeven.

Wanneer u voor dezelfde feiten zowel een verval tot recht van sturen heeft opgelegd gekregen als een boete, kan de rechter eventueel wanneer dit verval tot het recht van sturen gekoppeld werd aan de deelname aan bepaalde examens of onderzoeken, de kost van deze examens of onderzoeken aftrekken van de geldboete, wanneer zij voor de eerste maal zijn opgelegd. Deze geldboete mag na aftrekking van deze kosten wel niet minder bedragen dan 1 euro. Deze kosten en erelonen worden vastgelegd bij KB.

Herhaling

11. De minimum en de maximumbedragen van de geldboetes opgelegd door de wet worden verdubbeld wanneer u binnen de drie jaar na de eerste veroordeling nog een veroordeling met betrekking tot deze overtreding begaat.

Nog een gevolg van herhaling wanneer dit plaatsvindt binnen de drie jaar na de eerste veroordeling, is dat de rechter verplicht het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig moet uitspreken voor ten minste drie maanden. Dit verval moet afhankelijk gemaakt worden van het slagen voor de vier examens en onderzoeken zoals aangegeven bij de titel : toelichting van straffen.

Alcoholintoxicatie

12. De politie houdt vaak controles op de rijbaan en doet dit door het gebruik van de ademtest waarbij u moet blazen en waarna het toestel het resultaat weergeeft. Wanneer hieruit blijkt dat u de toegelaten alcoholhoeveelheid hebt overschreden geldt dit nog niet als geldig bewijs om u op basis hiervan te veroordelen. Er zal hierna verplicht een ademanalyse of een bloedanalyse ondergaan worden.

Vooreerst dient ook opgemerkt te worden dat het rijbewijs onmiddellijk kan ingetrokken worden door de politiediensten, voor een duur van 2,3 of 6 uur, naargelang de hoogte van uw alcoholconcentratie bij de ademtest of ademanalyse.

De rechter zal naargelang de omstandigheden en naargelang de hoeveelheid alcohol oordelen welke boete hij oplegt. Hij zal hierbij echter binnen de grensbedragen moeten blijven die de wet hem oplegt.

13. Art. 34 § 2 van de wegverkeerswet legt een zwaardere straf op, namelijk een geldboete van 1600 euro tot 16.000 euro(inclusief opdeciemen) in de volgende gevallen:

  • een alcoholconcentratie van minimum 0.35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht, of de bloedanalyse een alcoholconcentratie van minimum 0.8 gram per liter bloed aangeeft;
  • wanneer u weigert een ademtest of ademanalyse af te leggen of zonder een wettige reden geweigerd heeft de bloedproef te laten nemen;
  • wanneer u bij de verplichting tot afgifte van uw rijbewijs dit niet hebt afgegeven of wanneer u tijdens de periode van het rijverbod het voertuig heeft bestuurd.

Wanneer u een zwaar voertuig bestuurt ( waarvoor een rijbewijs C1, C, C1+E, C+E, D1, D, D1+E of D+E, of personen vervoert met een voertuig van een andere rijbewijscategorie maar waarvoor wel dezelfde medische geschriften voor gelden ), dan zijn de grenzen hierboven teruggebracht tot minimum 0.09 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht bedraagt of bij de bloedanalyse, uw alcoholconcentratie minimum 0.2 gram per liter bloed bedraagt.

De rechter kan in deze gevallen ook het verval tot het recht van sturen uit spreken voor ten minste 8 dagen en ten hoogste 5 jaar. Dit is facultatief en hij is hier dus niet in verplicht.

14. Wanneer er geen sprake is van dronkenschap en geen straf uitgesproken wordt met examens,  kan gevraagd worden dat het rijverbod plaatsvindt vanaf de vrijdagavond 20u tot zondagavond 20u.

Wanneer anderzijds er sprake is van een alcoholconcentratie van ten minste 0,78 mg/l alveolaire lucht ( bloedanalyse minimum 1,8 g/l) dan moet de rechter een alcoholslot opleggen, behoudens afwijkende motivering. Er kan wel gevraagd worden dat de kosten voor dit alcoholslot afgetrokken worden van de boete.

15. Wanneer U een verkeersongeval veroorzaakt met onopzettelijke slagen en verwondingen aan een andere persoon met alcoholintoxicatie meer dan 0,35 mg/l ( zie hierboven art. 34 § 2 Wegverkeerswet), dan zal de rechter verplicht een verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig uitspreken voor ten minste drie maanden en zal hij dit verval afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken zoals hierboven aangegeven.

Adriaan Brouwer Dronkenschap

16. Dronkenschap wordt niet bepaald door de wet maar dit wordt door het H.V.C. gezien als: ‘ de toestand van een persoon die zijn daden niet meer blijvend beheerst maar zonder dat vereist is dat hij het besef van zijn daden heeft verlore n’. Hieronder wordt dus verstaan Dat er sprake is van dronkenschap wanneer u zodanig onder de invloed bent van alcohol(of andere verdovende middelen) dat u de blijvende controle over uw daden hebt verloren.

Art 35 van de wegverkeerswet bepaalt dat in geval u een voertuig bestuurt , in staat van dronkenschap of in een soortgelijke staat ten gevolge van het gebruik van drugs of van geneesmiddelen, de rechter verplicht is:

  • een geldboete op te leggen van 1600 euro tot 16000 euro(inclusief de opdeciemen) en;
  • het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste 1 maand en ten hoogste 5 jaar of voorgoed.

Bij het verval van het recht tot sturen zal verplicht door de rechter het terug verkrijgen van het rijbewijs afhankelijk worden gesteld van het slagen van het praktisch examen en een geneeskundig onderzoek. Dus u zal enkel uw rijbewijs terug verkrijgen na het verstrijken van de periode waarvoor het verval door de rechter is opgelegd en op voorwaarde dat u dus geslaagd bent voor het praktische examen en een geneeskundig onderzoek heeft ondergaan.

Er is geen verplichte afname van een bloedanalyse om de staat van dronkenschap te bewijzen. De rechter die kennisneemt van deze overtreding mag volgens het Hof van Cassatie de staat van dronkenschap afleiden uit alle gegevens die hem tot zijn overtuiging kunnen brengen. Daarom wordt U door de politie een schrijf- en rekenproef opgelegd, moet U op een mijn lopen, wordt uw houding, gedrag, adem, ogen (al dan niet bloeddoorlopen) gecontroleerd. De staat van dronkenschap moet wel bewezen zijn op het moment van het besturen van het voertuig. Laat dit geen aansporing zijn om weg te rijden, want dan wordt U veroordeeld voor vluchtmisdrijf.

Ademtesten en wanneer deze positief zijn, hieropvolgend bloedproeven, worden nu in de regel gedaan. Wanneer alcohol een bepaalde hoogte bereikt voorziet de wet verplichte alcoholslot, waarvan slechts afgeweken kan worden mits motivering.

Herhaling dronkenschap of alcoholintoxicatie, druggebruik. Rijongeschiktheid:

17. Wanneer u binnen de drie jaar nadat u al eens veroordeeld bent voor alcoholintoxicatie of voor dronkenschap , u terug schuldig maakt aan een van deze overtredingen, dan zal de rechter u een gevangenisstraf opleggen van 1 maand tot twee jaar en/of een geldboete van 3.200 euro tot 40.000 euro (inclusief opdeciemen).

Wanneer u nog eens een van deze overtredingen begaat binnen de drie jaar na de veroordeling van het eerste misdrijf, dan kunnen de grenzen van de gevangenisstraffen en geldboeten worden verdubbeld.

Bij herhaling zullen politierechters nu zeer snel medische onderzoeken opleggen, met opleggen van urine-, bloed- en haaronderzoek ( dit laatste laat een beeld toe tot verscheidene maanden - 1cm haar 1 maand), voor nazicht CDT of gelijksoortige waarden te meten, waarbij de arts zich moet uitspreken of er sprake is van rij-ongeschiktheid  ( gedefinieerd in bijlage 6 van KB 23.3.1998 ( aan psychotrope stoffen verslaafd, regelmatig psychotrope stoffen gebruiken waardoor rijgedrag ongunstig beïnvloed, diegene die aan alcohol verslaafd is of zich niet kan onthouden van alcoholgebruik bij besturen van een motorvoertuig).

Wanneer dit leidt tot een veroordeling wegens rij-ongeschiktheid, heeft dit zeer verregaande gevolgen. i) het wordt niet aanzien als een straf maar wel als een veiligheidsmaatregel, wat tot gevolg heeft dat hoger beroep de uitspraak niet doet opschorten, ii) men minstens 6 maanden ( na defintief worden van vonnis - dus 1 maand na de uitspraak ) moet wachten vooraleer een aanvraag in te dienen via het O.M. om terug toegelaten te worden.

Sommige rechters verwachten dat dan terug zo'n onderzoek doorlopen wordt.

Meestal wordt dan ook een straf opgelegd van rijverbod, gekoppeld met het doorstaan van de 4 proeven ( teoretisch, praktisch, medisch en psychologisch ).

DRINKEN EN RIJDEN IS DUS ABSOLUUT NIET MEER COMBINEERBAAR. DIT GELDT ZEKER ZO NIET MEER BIJ GEBRUIK VAN DRUGS.

Invloed van dronken sturen op de verplichte aansprakelijkheidsverzekering?

18. Wat is het effect van een veroordeling van dronken rijden op uw verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen en uw omniumverzekering met betrekking tot uw voertuig?

Uw verzekeraar zal het slachtoffer betalen, doch zal het U later terugvragen ( wel bepaalde grenzen).

Rijden onder toestand van dronkenschap wordt aanzien als een grove fout, en biedt hierdoor de mogelijkheid tot regres.

Wat houdt deze regresvordering in?

De verzekeringsinstelling zal vooraleer ze deze vordering tot regres kan instellen, moeten voldoen aan de kennisgevingsplicht alsook het causaal verband tussen de dronkenschap en de schade aan de derde moeten kunnen bewijzen.

Zij moet dus bewijzen dat door het feit dat u dronken achter het stuur zat het ongeval is veroorzaakt en dus ook de schade die het gevolg is van dit ongeval. Het causaal verband zal dan ook niet al te moeilijk te leveren zijn wanneer u wordt veroordeeld voor een verkeersongeval met dronken rijden.

De gevolgen zijn catastrofaal wanneer het slachtoffer zwaar gekwetst werd, uiteraard eerst voor het slachtoffer, maar ook voor U. Weliswaar zijn er financiële grenzen bij dit regres.

Wanneer u slechts veroordeeld wordt voor alcoholintoxicatie, zal de verzekeringsmaatschappij ook proberen een regres te vorderen ook al wordt dit niet verstaan onder art  25 van de modelpolis. Deze betreft enkel het rijden onder dronkenschap.

Met betrekking tot de omniumverzekering van uw voertuig zal de verzekeringmaatschappij trachten het bedrag na het ongeval u niet te moeten uitbetalen door zich te beroepen op een (verval)beding in het verzekeringscontract waarbij zij de dekking uitsluit in het geval van alcoholintoxicatie en dronkenschap. Zij zal hier echter bij moeten bewijzen dat er alcohol intoxicatie was of dronkenschap en er een causaal verband bestaat tussen de alcoholintoxicatie of de dronkenschap en het schadegeval. Dit is een zeer zware bewijslast maar verdient als belangrijk gevolg van dronkenschap of alcoholintoxicatie toch uw aandacht.

(1.1) HvC, 6.10.2020, RW 2020-21, nr 23, pag. 898

(1.2) HvC, 30.11.2021, RABG 2022/9, p.619

(2) HvC, 12.5.2020, RW 2020-21, pag. 435

Indien u meer informatie wenst omtrent verkeerswetgeving, lees dan zeker ook volgende artikelen: - Verzwaring verkeerswetgeving