hero
DRPP
Small but without limits

Verkoopconcessie

1612082341525.png
Boron Empain had de 1ste metro in Parijs in concessie

1.De verkoopconcessie is een overeenkomst waarbij de concessiegever aan de concessiehouder het recht verleent om in eigen naam en voor eigen rekening producten te verkopen, die de concessiegever zelf vervaardigt of verdeelt. Het betreft in essentie een kaderovereenkomst waarbinnen de partijen opeenvolgende verkopen sluiten.

2.Er bestaan verschillende soorten concessieovereenkomsten: enerzijds selectieve distributieovereenkomsten, anderzijds exclusieve concessieovereenkomsten.

De selectieve distributie houdt in dat de verdeler uitsluitend aan geselecteerde distributeurs zal leveren. Deze geselecteerde distributeurs verbinden zich er dan toe om niet te leveren aan niet erkende distributeurs in een welbepaald gebied.

In het kader van een exclusieve verkoopconcessie verbindt de concessiegever er zich toe om zijn producten slechts aan één distributeur te leveren binnen een welbepaald gebied. Meestal rust op de distributeur een verbod om te verkopen in andere exclusieve gebieden.

3.Het bestaan van dergelijke raamovereenkomst kan door alle middelen van recht bewezen worden (1). O.a. volgende elementen kunnen op het bestaan van dergelijke overeenkomst wijzen: bepalen van de prijzenpolitiek door de concessiegever, afbakenen van een welbepaald territorium, het houden van regelmatige besprekingen met het oog op het bepalen van een gezamenlijke doelstelling, verplichtingen inzake de te behalen omzet, verplichtingen inzake publiciteit, opleiding van personeel, de winkelinrichting of de presentatie van producten….

4.De kwalificatie van een concessieovereenkomst brengt belangrijke gevolgen met zich mee, vooral wat de beëindiging van de overeenkomst betreft. Zo kan de concessiehouder aanspraak maken op een aanzienlijke verbrekingstermijn of vervangende vergoeding, een uitwinningsvergoeding en vergoedingen voor andere gemaakte kosten ingeval de concessiegever de overeenkomst eenzijdig verbreekt.

De toegekende opzeggingstermijn moet van die grootte-orde zijn, dat het moet toelaten aan de concessiehouder een een gelijkwaardige bron van inkomsten te kunnen vinden die gelijkwaardige gevolgen heeft als de verloren concessie. Wanneer de breuk in de samenwerking een feit is, wordt dus een vergoeding toegekend voor die opzeggingstermijn. De concessiehouder heeft dan recht op de semi bruto winst ( = netto-winst vermeerderd met de niet samendrukbare kosten verbonden aan de uitbating van de concessie - vb. personeelskosten ), bepaald op basis van een referentieperiode voor de beëindiging) en berekend voor de lengte van die termijn. Die termijn wordt o.m. bepaald in functie van de termijn om zich te reorganiseren. (2), om hem in staat te stellen de verbintenissen met derden na te leven en zich een netto-inkomen te verschaffen dat gelijkwaardig is aan het gederfde inkomen, desnoods  door reconversie van zijn activiteiten. (3) ( en onverkort de billijke bijkomende vergoeding voor de meerwaarde van clienteel dat na beëindiging blijft, exploitatiekosten die voordelen nog blijven opleveren aan de concessiegever, en het rouwgeld voor het ontslaan van personeel).

De concessiehouder heeft tevens recht op een billijke bijkomende vergoeding, voor de aangebrachte meerwaarde inzake clienteel die verblijft aan de concessiegever, een vergoeding voor exploitatiekosten die voordelen kunnen opleveren na de beëindiging (vb. publiciteitskosten), en het rouwgeld (voor het personeel dat de concessiehouder heeft moeten ontslaan- het is daarbij niet vereist dat hij het rouwgeld effectief heeft betaald).

5.Deze specifieke Belgische wetgeving welke een sterke bescherming bezorgd aan de concessiehouder, is zelfs dwingend recht ( dwz. een overeenkomst die een andere regeling zou bevatten wordt als niet bestaande aanzien). Het artikel 4 van de wet stelt dat de concessiehouder met een concessie over België of een deel ervan, de concessiegever kan dagvaarden voor de Rechtbank van zijn woonplaats. Deze rechter zal dan uitsluitend Belgisch recht toepassen. Wanneer de verkopen plaats vindt over verscheidene landen, waaronder België, dan wordt enkel rekening gehouden worden met de verkopen op Belgisch grondgebied. (3)

Vandaar dat vele schriftelijke concessiecontracten in een internationale context de toepassing van arbitrage of het onderwerpen aan de wetgeving van de concessiegever zal voorzien. Ondanks de draagwijdte van art. 39 WER kan het door partijen gekozen vreemd recht niet ter zijde geschoven worden (4)

(1) A'pen, 28.6.2018, RABG 2020/11-12, pg. 950

(2) Orb.A'pen, 6.12.2019, RABG 2020/11-12, pg 969

(3) Antwerpen, 25.3.2019, RABG, 2020/11-12, pg 912; Gent, 31.10.2018, RABG, 2020/11-12, pg.922

(4)HvC 7.4.2023, RW 2023-24, nr 11, p. 420