hero
DRPP
Small but without limits

Moet de patiënt ingelicht worden bij het begaan van een medische fout?

De tijdsgeest in aangelegenheden waar fouten begaan worden, is aan het evolueren, niet snel maar wel gestaag.

Nadat de wetgever over de brug gekomen is met een regeling waarbij een forfaitair systeem van schadevergoeding tot stand gekomen is in geval van verwikkelingen (letsels) bij een medische ingreep (al dan niet in gevolge van een fout) en waarbij de bewijslast zich dan beperkt tot het voldoen aan de voorwaarden (bv. niet voor kleine schadegevallen), wordt ook steeds meer transparantie verwacht van de medische hulpverlener.

Het blijft natuurlijk een soort van zich zelf beschermend reflex, aanwezig bij alle beroepsgroepen, om begane fouten toe te dekken, hetzij om de reputatie gaaf te houden, hetzij vanuit de overtuiging om geen contractuele fout te begaan t.o.v. de verzekeraar, die dan moet vergoeden.

Voor hoger gemelde wet moest bij medische fout, het oorzakelijk verband met de schade (letsels, ziekte...) aangetoond worden en t.o.v. de geneesheer was dit een allesbehalve eenvoudige aangelegenheid.

De rechtbank moet dan immers kunnen terugvallen op een deskundige, die dan vaak zelf een geneesheer is en dus een collega, en uiteraard spelen ook daar reflexen van solidariteit.

Recht op informatie voor de patiënt

De inwerkingtreding van het elektronisch medisch dossier, het steeds meer gebruiken van medische apps (waardoor zelf gezocht kan worden naar eerstelijnsinformatie), zullen tot gevolg hebben dat er steeds meer transparantie zal verwacht worden.

De wet op patiëntrechten bepaalt in art. 7 en 8 al dat de patiënt recht heeft de informatie die hij nodig heeft om een inzicht te krijgen in zijn gezondheidstoestand en de vermoedelijke evolutie ervan en om zijn geïnformeerde toestemming te verlenen.

Het art. 8 § 2 van de wet op de patiëntrechten voorziet dan dat die inlichtingen dan betrekking moeten hebben het doel, de aard, de graad van urgentie, de duur, de frequentie, de voor de patiënt relevante tegenaanwijzing, de nevenwerkingen en risico’s verbonden aan de tussenkomst, de nazorg, de mogelijke alternatieven, de financiële gevolgen, de mogelijke gevolgen in geval van weigering of intrekking van de toestemming van de patiënt en de eventuele mogelijke verduidelijkingen.

Enkel deze twee artikelen al bevatten al een hele boel verplichtingen en richtlijnen, waarmee men een heel eind verder kan.

Zelfs indien het vertrouwen in uw arts essentieel blijft, zou het onbegrijpelijk zijn voor diegenen die zo bewust mogelijk wensen te leven, om van deze informatieplicht geen gebruik te maken.

In de praktijk zal de geneesheer u dan ook vaak komen informeren met een samengebalde uitleg, doch best niet aarzelen om zoveel mogelijk vragen te stellen indien bepaalde zaken niet duidelijk zijn.

Informatieplicht voor de geneesheer

Veel rechtspraak is er op dit ogenblik niet te vinden, behalve een uitspraak van een arrest van het Hof van Beroep van Luik van 26 maart 2002, steunende op de regels van het verbintenissenleer (art. 1135 B.W.: overeenkomsten verbinden ook tot de gevolgen die men onder meer uit de billijkheid kan inhouden).

Ook wordt de informatieplicht weergegeven in de deontologische normen.

De Raad van de Orde van de Geneesheren heeft zich al verscheidene malen uitgesproken in die zin dat de arts zijn patiënt dient in te lichten over elk schadelijk voorval, als gevolg van een ongeval of als onverwacht gevolg van een medische verrichting of behandeling, of er nu sprake is van medische fout of niet.

Het is belangrijk zowel voor de patiënt als voor de arts dat het hier niet gaat over erkenning van aansprakelijkheid wat een meer complexe aangelegenheid is.

Het gaat over de erkenning van feiten.

Het spreekt voor zich dat aangenomen dient te worden dat wanneer de verkeerde ingreep of het incident een heel grote impact heeft op de gezondheid of de noodzaak tot bijkomende ingrepen, bij de patiënt heeft deze informatieplicht en overigens ook voor de arts wenselijk is om de vertrouwensrelatie met zijn patiënt niet te schenden. Een bewuste verzwijging zou zelfs een misdrijf tot gevolg kunnen hebben, wanneer de patiënt ziek wordt en mogelijks sterft. Het niet doen zou zelfs kunnen aanleiding geven tot het zich schuldig maken aan het misdrijf van schuldig hulpverzuim (art. 422 bis Strafwetboek).

Er wordt weliswaar aangenomen dat dit niet geldt voor kleinere gevolgen (ook omdat vaak ook veelvuldige oorzaken – ook van de organisatorische aard van de kliniek, etc., - een rol kunnen spelen).

Burgerlijke en correctionele aangelegenheden

Er is dan verder nog een onderscheid tussen een burgerlijke aangelegenheid en een correctionele (en tuchtrechtelijke) aangelegenheid.

In de eerste gevallen bestaat er zo’n informatieplicht terwijl in het tweede geval de betrokkene zich kan beroepen op het recht om zichzelf niet te beschuldigen (art. 6 EVRM).

Een foutieve ingreep met letsels tot gevolg is immers steeds ook een misdrijf van onopzettelijke slagen en verwondingen.

Tussenkomst verzekeringsmaatschappij

Uiteraard is elke arts verzekerd, en dient de arts dan ook de regels te respecteren die er gelden in die contractuele relatie met de verzekeraar.

Hier geldt evenwel geen gevaar dat de verzekeringsmaatschappij niet zou tussenkomen wanneer tijdig verwittigd wordt.

Zelfs bij erkenning van aansprakelijkheid door de geneesheer voorziet art. 149 van de verzekeringswet dat deze verklaring de verzekeraar niet tegenstelbaar is.

De verzekeringsmaatschappij zal dus nog altijd middelen kunnen opwerpen om de verantwoordelijk te pogen af te wentelen.

Besluit

Gezien al deze omstandigheden is er dus geen enkele reden voor de arts om een moment te twijfelen om alle informatie te bezorgen of feiten die tussengekomen zijn die herstelmaatregelen en een specifieke nazorg vergen.

In veel andere landen is deze plicht overigens in de wet zelf ingeschreven en behoort dit dus tot de normale regels.

Precies omdat in België er dus tevens een gevolg bestaat bij zwaardere problemen na een medische ingreep, is het aan te bevelen dat elke arts op deze wijze handelt.

RDR – 19/02/2018